Algemene Dekkingsmiddelen, overhead, vennootschapsbelasting en onvoorzien
Er zijn geen doelstellingen en activiteiten geformuleerd voor dit onderdeel met uitzondering voor het onderdeel overhead (bedrijfsvoering). We verwijzen voor de doelstellingen en activiteiten voor overhead/ bedrijfsvoering (taakveld 0.4) naar programma 0 Bestuur en Ondersteuning en de paragraaf 3.5 Bedrijfsvoering van deze jaarstukken.
In de tabel staan, per taakveld, de baten en lasten van dit onderdeel, het gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten, de mutaties in de reserves en het gerealiseerde resultaat. Hierbij worden de baten weergegeven als + en de lasten als –. De onttrekkingen aan de reserves zijn gebaseerd op de werkelijk gemaakte kosten (indien systeemreserves). De kosten van de overhead (taakveld 0.4) worden, conform de BBV, verantwoord op dit onderdeel.
Taakveld | Werkelijk 2022 | Primitieve begroting 2023 | Actuele begroting 2023 | Werkelijk 2023 | Saldo 2023 |
---|---|---|---|---|---|
0.4 Overhead | 299 | 182 | 395 | 174 | -221 |
0.5 Treasury | 1.160 | 1.085 | 1.328 | 1.415 | 87 |
0.61 OZB woningen | 10.299 | 10.742 | 11.183 | 11.182 | -1 |
0.62 OZB niet-woningen | 7.610 | 7.955 | 8.302 | 8.520 | 217 |
0.64 Belastingen overig | 745 | 733 | 787 | 793 | 5 |
0.7 Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds | 144.000 | 138.825 | 146.698 | 148.627 | 1.929 |
0.8 Overige baten en lasten | 328 | 88 | 118 | 111 | -6 |
Totaal Baten | 164.441 | 159.610 | 168.811 | 170.822 | 2.011 |
0.4 Overhead | -31.679 | -31.013 | -35.161 | -34.221 | 940 |
0.5 Treasury | -106 | -72 | -368 | -162 | 206 |
0.61 OZB woningen | -458 | -519 | -594 | -596 | -2 |
0.64 Belastingen overig | -378 | -360 | -331 | -323 | 9 |
0.7 Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds | 0 | -1.325 | 0 | 0 | 0 |
0.8 Overige baten en lasten | -137 | -287 | -174 | -268 | -94 |
0.9 Vennootschapsbelasting (VpB) | 83 | -69 | 0 | 361 | 361 |
Totaal Lasten | -32.675 | -33.644 | -36.628 | -35.209 | 1.419 |
Totaalsaldo van baten en lasten | 131.766 | 125.966 | 132.183 | 135.612 | 3.429 |
0.10 Mutaties reserves | 1.277 | 420 | 28.529 | 29.086 | 557 |
0.4 Overhead | 13.364 | 2.398 | 5.948 | 4.941 | -1.008 |
0.5 Treasury | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
0.7 Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds | 25 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal Onttrekkingen reserves | 14.666 | 2.818 | 34.477 | 34.027 | -451 |
0.10 Mutaties reserves | -1.277 | -420 | -28.529 | -29.086 | -557 |
0.4 Overhead | -7.983 | 0 | -498 | -498 | -0 |
0.64 Belastingen overig | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
0.7 Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds | -4.390 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal Stortingen reserves | -13.650 | -420 | -29.028 | -29.585 | -557 |
Geraamd resultaat programma 9. Algemene dekkingsmiddelen, overhead, Vpb en onvoorzien | 132.782 | 128.364 | 137.633 | 140.055 | 2.422 |
NB: De grote mutaties op taakveld 0.10 Mutaties Reserves houden met name verband met de storting in de reserve kapitaallasten in het kader van de verduurzaming van het gemeentelijk vastgoed vanuit de 2e begrotingswijziging 2023 met betrekking tot het collegeprogramma 2022-2026 (14 miljoen) en de onttrekking uit de algemene reserve ad 10 miljoen ten gunste van de reserve tijdelijke beleidsimpulsen. Daarnaast is bij de besluitvorming over het collegeprogramma besloten om 2,5 miljoen uit reserve sociaal domein te laten vrijvallen en 0,9 miljoen uit de reserve economie.
De belangrijkste financiële afwijkingen zijn in onderstaand overzicht weergegeven (zie gerealiseerd resultaat, kolom “Saldo 2023) uit bovenstaande tabel. De onttrekkingen aan de reserves zijn gebaseerd op de werkelijk gemaakte kosten. Verschillen tussen taakvelden die per saldo budgettair neutraal zijn, zijn buiten deze verschillenanalyse gelaten.
Onderwerp / Taakveld | Overschot (+) / Tekort (-) | Voordeel / Nadeel | Belangrijkste verklaringen |
---|---|---|---|
Algemene uitkering | 1,9 | Voordeel | Wij ontvingen in 2023 € 1,2 mln meer middelen vanuit het gemeentefonds doordat het Cbs (en daarmee het Rijk) eerder is uitgegaan van een te lage maatstaf van het aantal huishoudens met een laag inkomen. Dit betreft (naar verwachting) een structureel effect (voordeel), dat definitef in de meicirculaire 2024 bekend zal worden. Daarnaast ontvingen wij bij de decembercirculaire een compensatie voor de invoeringskosten van de Omgevingswet (€ 0,6 mln).Aangezien de decembercirculaire is gepubliceerd nádat de slotrapportage ter besluitvorming aan de raad is aangeboden, konden wij de begroting hier niet meer op aanpassen. Verder heeft over 2021 nog een verrekening plaatsgevonden. |
Vennootsschapsbelasting | 0,4 | Voordeel | De aangifte vennootschapsbelasting over 2021 is in 2023 ingediend. Als gevolg van te verrekenen fiscale verliezen hoeven wij uiteindelijk geen Vpb over 2021 te betalen. Hierdoor kan de eerder opgenomen verplichting vrijvallen. |
Belastingen | 0,2 | Voordeel | Betreft belastinginkomsten uit voorgaande jaren. |
Treasury | 0,3 | Voordeel | Met name lagere rentekosten (€ 0,1 mln) doordat we een langlopende geldlening later in het jaar hebben aangetrokken. Daarnaast hogere rentebaten (€0,1 mln) door de gestegen rente. |
Overhead | -0,3 | Nadeel | Bestaat uit een aantal voor- en nadelen op de bedrijfsvoeringskosten, waaronder een voordeel op de energiekosten (€ 0,3 mln). De nieuwe aanbesteding van het energiecontract heeft een gunstig effect gehad op de energiekosten. Verder is in 2023 een onttrekking voorzien van € 0,5 mln uit de algemene reserve ter dekking van de organisatieontwikkeling. Omdat hiervoor in 2023 geen kosten zijn gemaakt, onttrekken wij deze middelen uiteindelijk niet aan de reserve (-€ 0,5 mln). |
Overig | -0,1 | Nadeel | Overige verschillen op dit programma onder de rapportagegrens van €250.000. |
Totaal | 2,4 | Overschot op budget 2023 |
Uitsplitsing Algemene Dekkingsmiddelen
Onderstaand overzicht bevat de uitsplitsing van de algemene dekkingsmiddelen. Voor de verschillenanalyse tussen actuele begroting 2023 en werkelijk 2023 wordt verwezen naar bovenstaande tabel, waar de grootste afwijkingen zijn toegelicht. Onder de algemene dekkingsmiddelen behoren de inkomsten waarvoor geen bestedingsdoel is bepaald.
De algemene dekkingsmiddelen bestaan uit de lokale heffingen, de algemene uitkering, dividendinkomsten, het saldo van de financieringsfunctie (verschil tussen de aan taakvelden toegerekende rekenrente en de werkelijk betaalde rente over lang- en kortlopende leningen, ook wel renteresultaat genoemd) en eventuele overige algemene dekkingsmiddelen. De verdeling van de algemene dekkingsmiddelen is als volgt:
Overzicht algemene dekkingsmiddelen | Werkelijk 2022 | Primitieve begroting 2023 | Actuele begroting 2023 | Werkelijk 2023 | Saldo 2023 |
---|---|---|---|---|---|
1. Lokale heffingen waarvan besteding niet gebonden is* | 18.771 | 19.537 | 20.452 | 20.646 | 195 |
2. Algemene uitkering | 143.722 | 138.825 | 146.698 | 148.627 | 1.929 |
3. Dividend | 1.012 | 1.050 | 1.293 | 1.284 | -9 |
4. Saldo financieringsfunctie | 40 | -6 | -304 | 0 | 304 |
Totaal | 163.545 | 159.407 | 168.139 | 170.558 | 2.419 |
Overhead
De overheadkosten bestaan uit de kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van medewerkers in het primaire proces. Voorbeelden zijn de gemeentesecretaris en directie, HRM, informatievoorziening en automatisering, huisvesting, financiën etc.
Vennootschapsbelasting
Vanaf 2016 moeten gemeenten en andere overheden vennootschapsbelasting (vpb) betalen over de winst die ze met hun ondernemingsactiviteiten maken. Met name grondexploitaties behoren tot de ondernemerstaken en zijn daarmee in de aangifte Vpb betrokken.
De grondexploitaties zijn, vanaf 2019 (herindeling), als één geheel beoordeeld waardoor compensatie tussen alle grondexploitaties mogelijk is.
Voor wat betreft de ‘overige activiteiten’ (bijdragen in salariskosten voor uitgeleend personeel, bijdrage van het waterschap voor de openbare verlichting in het buitengebied, havengelden, marktgelden, pacht van agrarische gronden, huuropbrengsten) is er geen sprake van winststreven. De conclusie dat de gemeente voor deze overige activiteiten geen onderneming in fiscale zin vormt, kan dan ook gehandhaafd blijven.
Onvoorzien
De verplichte raming voor onvoorziene uitgaven is gebaseerd op (ongeveer) €1 per inwoner. Hiervoor hebben wij in de primaire begroting 2023 een bedrag van (afgerond) € 90.000 opgenomen. In 2023 zijn er geen uitgaven ten laste gebracht van dit budget. Bij de slotrapportage 2023 hebben wij dit budget daarom (volledig) afgeraamd.
Beleidsindicatoren
Onderstaande tabel geeft de beleidsindicatoren weer die betrekking hebben op dit programma. De gegevens komen hierbij vanuit “Waar staat je gemeente.nl”, met uitzondering van de gemeente specifieke indicatoren (formatie, bezetting, apparaatskosten, inhuur en overhead).
Indicatoren BBV (peildatum "Waarstaatjegemeente" (26-03-2024) | Jaar | Hoeksche Waard | Nederland | Gemeente weinig stedelijk |
---|---|---|---|---|
Woonlasten éénpersoonshuishouden in € | 2023 | 691 | 860 | 863 |
Woonlasten meerpersoonshuishouden € | 2023 | 793 | 942 | 940 |
Gemiddelde WOZ-waarde woningen x € 1.000 | 2022 | 309 | 317 | 311 |
Gemiddelde WOZ-waarde woningen x € 1.000 | 2023 | 360 | 368 | 359 |
Formatie (fte per 1.000 inwoners) | 2023 | 7 | * | * |
Bezetting (fte per 1.000 inwoners) | 2023 | 6 | * | * |
Apparaatskosten (kosten per inwoner) | 2023 | 725,8 | * | * |
Externe inhuur (% van totale loonkosten) | 2023 | 23% | * | * |
Overhead (% van de totale lasten) | 2023 | 12% | * | * |
* Geen gegevens opgenomen/bekend in "Waar staat je gemeente.nl" |
Toelichting bij beleidsindicator “Externe inhuur” (% van totale loonkosten)
In bovenstaande tabel is opgenomen dat de externe inhuur als percentage van de totale loonsom (werkelijke salarislasten van vast personeel incl. de kosten van inhuur als gevolg van vacatures, vervanging bij ziekte en specialistische inhuur) over 2023 gelijk is aan 23%. In 2021 was dit percentage nog 29% en in 2022 was dit 25%.
De daling van het inhuurpercentage naar 23% in 2023 sluit aan bij onze doelstelling én gemaakte afspraken met de Auditcommissie om ons inhuurpercentage stapsgewijs verder af te bouwen.