Samenvattend beeld

Beleidsrapportage

Wij leggen per programma verantwoording af over het al dan niet bereiken van de maatschappelijke effecten, doelen en/of speerpunten uit de actuele programmabegroting. We rapporteren hierover door middel van een indicator en indien nodig geven wij een toelichting.

Gereed

Uitvoering loopt volgens planning en gestelde kaders

Uitvoering staat onder druk, kans op afwijkingen. Extra bewaking van de kaders en planning

Uitvoering wijkt in negatieve zin af van de planning en gestelde kaders. Maatregelen zijn vereist

We rapporteren in totaal over 159 doelen/speerpunten. Daarvan is 83% afgerond of loopt volgens planning (groen) en voor 17% staat de uitvoering onder druk of wijkt in negatieve zin af (oranje en rood). Dit geeft het volgende beeld.

Totaal aantal doelen/speerpunten en voortgang per programma

Het beeld laat geen grote verandering zien ten opzichte van de Slotrapportage 2023. In de Slotrapportage 2023 was 71% van de doelen en/of speerpunten op schema, 13 % gereed en stond 16% onder druk.

Financiele rapportage

Het rekeningresultaat in 2023 is 9,4 miljoen positief (in 2022: 9,8 miljoen positief). Het laatste actuele begrotingsresultaat (zie Slotrapportage 2023) is 0,5 miljoen (positief). Ten opzichte van het resultaat bij de slotrapportage 2023, is sprake van een verschil van 8,9 miljoen (positief).  In onderstaande tabel is het gerealiseerde resultaat uitgesplitst in de diverse onderdelen:

Omschrijving

Rekening Saldo 2022

Prim. begroting Saldo

Act. begroting Saldo

Rekening Saldo 2023

Verschil Saldo

Baten

242.739

215.710

249.357

249.390

33

Lasten

-234.485

-214.047

-255.993

-245.832

10.162

Saldo van baten en lasten (A)

8.254

1.663

-6.637

3.558

10.195

Onttrekkingen reserves

34.992

4.963

40.485

39.588

-898

Stortingen reserves

-33.445

-2.858

-33.386

-33.776

-390

Totaal onttrekkingen aan / stortingen in reserves (B)

1.547

2.104

7.099

5.811

-1.288

Resultaat (A+B)

9.800

3.767

463

9.370

8.907

De verschillenanalyses per programma van de actuele begroting 2023 en het werkelijke resultaat van 2023 staan in hoofdstuk 2 van deze jaarstukken. In onderstaande tabel is de samenvatting van de grootste verschillen opgenomen. Uit de verschillenanalyse blijkt dat de afwijking tussen het begrote en het werkelijke resultaat 2023 voornamelijk wordt veroorzaakt door een aantal grotere posten van incidentele aard. De belangrijkste (grootste) posten zijn hieronder samengevat

Schematisch geeft dit het volgende beeld:

Jaarresultaat in perspectief

In 2023 is sprake van een positief jaarresultaat van 9,4 miljoen. De totale lasten in 2023 (incl. stortingen aan reserves) is gelijk aan 280 miljoen. Indien wij het jaarresultaat 2023 uitdrukken in een percentage van de totale lasten dan resulteert dit in een percentage van 3,3%.

Zoals hierboven toegelicht is het jaarresultaat 2023 in grote mate beinvloed door de middelen die wij in het kader van de opvang van Oekrainers van het Rijk hebben ontvangen evenals de uitkering die wij van het Rijk hebben ontvangen in de decembercirculaire van het gemeentefonds. De overschotten op de rijksmiddelen Oekraine zagen wij ook in de jaarstukken 2022. Dit betreffen echter geen structurele middelen. Hierbij wordt opgemerkt dat het Rijk de normvergoeding voor de opvang van Oekrainers reeds stapsgewijs heeft afgebouwd. In 2024 vindt een verdere verlaging van de normvergoeding plaats van 83 euro naar 61 per opvangplek per dag.

De extra middelen die wij vanuit het Rijk hebben ontvangen bij de decembercirculaire houden verband met dat het Rijk eerder rekening hield met een te lage maatstaf voor huishoudens met een laag inkomen, waardoor wij nu meer middelen uit het gemeentefonds ontvangen (€1,2 miljoen). Dit heeft naar verwachting een structureel effect. Dit zal het Rijk verwerken in de meicirculaire 2024 van het gemeentefonds. De effecten van de meicirculaire 2024 verwerken wij in de Zomerrapportage 2024.

Náást de incidentele meevaller van de middelen Oekraine is sprake van een aantal andere, incidentele meevallers die het resultaat 2023 gunstig hebben beinvloed, waaronder de energietoeslag en enkele kosten die wij incidenteel ten laste hebben kunnen brengen van specifeke uitkeringen (subsidies) die wij van het Rijk hebben ontvangen. Zónder deze incidentele meevallers, was het jaarresultaat (fors) lager geweest. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar hoofdstuk 4.5 Incidentele baten en lasten van deze jaarstukken. De VNG heeft eerder op grond van een landelijke analyse van de jaarrekeningresultaten van gemeenten geconcludeerd dat de jaaroverschotten bij gemeenten met name het gevolg zijn van incidentele factoren (incidentele rijksmiddelen) en gemeenten zich om die reden niet moeten "blindstaren" op de resultaten van de afgelopen jaren, en dat een nadere analyse van het resultaat van cruciaal belang is.

Analyse onderuitputting in relatie tot begrotingstekort

De analyse die bij de jaarrekening wordt uitgevoerd biedt (verder) inzicht in de uitputting van de budgetten. Met het oog op de bezuinigingen die het Rijk vanaf 2026 doorvoert op het gemeentefonds, waardoor wij vooralsnog (voorafgaand aan de effecten vanuit de zomerrapportage 2024 én perspectiefnota 2025) vanaf 2026 een begrotingstekort hebben van ongeveer 10 á 11 miljoen. Om die reden achten wij het van belang om (nogmaals) een diepgaande analyse uit te voeren op de structurele onderuitputting van onze budgetten op grond van de realisatiecijfers 2023 (en 2022) en eventuele structurele ruimte in onze budgetten af te ramen. De resultaten van deze analyse verwerken wij in de zomerrapportage 2024. Hiermee willen wij het begrotingstekort (gedeeltelijk) terugdringen of kunnen wij nadelige gevolgen van (nieuwe) autonome ontwikkelingen uit de zomerrapportage 2024 (deels) opvangen. In een eerdere presentatie van de Provincie Zuid Holland Zuid over de 'ravijnjaren' is een dergelijke analyse op de onderuitputting ook aanbevolen. Wij geven met bovengenoemde analyse uitvoering aan dit advies. Beleidskeuzes blijven naar verwachting nog steeds noodzakelijk om het begrotingsevenwicht op termijn weer te kunnen herstellen.

Weerstandsvermogen en ratio’s

Het weerstandsvermogen van de exploitatie is (zeer) goed. Wij zijn hiermee in staat om (incidentele) risico’s/ tegenvallers op te vangen. Er is sprake van een zeer gunstige weerstandsratio (bijna 10). Een verdere toelichting staat in paragraaf 3.3 Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Het belang om de (financiële) ratio’s te volgen, neemt de laatste jaren toe. Het BBV heeft daarom een aantal financiële indicatoren verplicht gesteld. Deze ratio’s zijn uitgewerkt in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Hiermee kunnen we (mede) de (financiële) “gezondheid” van onze gemeente bepalen. Uit de in deze jaarstukken berekende ratio’s wordt geconcludeerd dat onze gemeente beschikt over gunstige financiële ratio’s. Voor een verdere toelichting verwijzen we naar paragraaf 3.3 Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Reservepositie 

De totale omvang van de reserves per 31 december 2023 is 207 miljoen. De direct beïnvloedbare/ vrije ruimte zit in het vrije deel van de algemene reserve. Dat deel is vrij besteedbaar en bedraagt 86 miljoen (exclusief reserve weerstandsvermogen en exclusief resultaat 2023). Indien rekening wordt gehouden met de voorgestelde resultaatbestemming 2023 (9,4 miljoen; zie hoofdstuk 1.4 Bestemming resultaat), bedraagt het vrij besteedbare deel van de algemene reserve 95 miljoen.

Gemeentefonds en specifieke uitkeringen

In 2023 was de omvang van de middelen die wij vanuit het Rijk ontvingen vanuit het gemeentefonds 147 miljoen. De totale baten in 2023 (exclusief reserves) waren 250 miljoen. Dit betekent dat ongeveer 60% van onze totale baten in 2023 afkomstig waren vanuit de middelen die wij van het Rijk via het gemeentefonds (algemene uitkering) hebben ontvangen.

Náást de baten vanuit het gemeentefonds (algemene uitkering), hebben wij in 2023 baten ontvangen in de vorm van diverse specifeke uitkeringen (SPUKS; subsidies) die wij hebben aangevraagd / ontvangen ter dekking van (specifieke/bijbehorende) kosten. Verantwoording hiervan vindt plaats via de zogenoemde Sisa-regelingen/Sisa bijlage (zie hoofdstuk 4.12 Sisa bijlage) In totaliteit leggen wij in deze jaarstukken verantwoording af over 39 Sisa regelingen. In 2023 vertegenwoordigde deze 39 regelingen een totaalbedrag van 35 miljoen aan baten. Aan de verantwoording van deze regelingen zijn strikte verantwoordingsvereisten (én bijbehorende ambtelijke capacieit) van toepassing. Er speelt momenteel een landelijke discussie over deze wijze van bekostiging door het Rijk daar dit grote administratieve lasten voor gemeenten tot gevolg heeft.

Rechtmatigheid

Dit is het eerste jaar dat het college een rechtmatigheidsverantwoording afgeeft. De algemene conclusie is dat het totaal van de geconstateerde financiële rechtmatigheidsafwijikingen onder het vastgestelde grensbedrag 2.818.000,- (=1% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves) blijven. De verantwoording is opgenomen in de jaarrekening hoofdstuk 4.1 Rechtmatigheidsverantwoording en de toelichting op deze verantwoording is opgenomen in de paragraaf Bedrijfsvoering (zie 3.6).